Pannenkoeken

Ik hou niet zo van dikke pannekoeken, ik ben meer een flensjestype, maar die vind ik wat aan de kleine kant. Daarom bak ik mijn pannenkoeken niet te dik, zodat je ze goed kan oprollen. Als een soort van grote flensjes dus. Zoals mijn ouders ze ook bakten, maar dan met spelt en boekweit. En met een ruime keuze in “wat erop gaat”. Heel andere koek dan de sponsachtige flappen die kant&klaar te koop zijn.

Voor ca. 10 stuks heb je nodig:
voor het beslag:
175 gram speltbloem
75 gram boekweitmeel
snuf zout
ca. 4,5 dl volle melk
2 eieren
boter voor het bakken
voor het serveren:
(basterd)suiker, jam, stroop, verse vruchten, ijs, of wat je maar lekker vindt

Verder heb je nodig:
een beslagkom, een mixer, een koekenpan van 20 cm ∅, een soeplepel, een mes, een bord

En zo maak je ze:
1. Meng de bloem, meel en zout door elkaar in de beslagkom.
2. Voeg bijna alle melk toe en meng met de mixer door elkaar tot een glad beslag.
3. Roer er ook de eieren door tot ze volledig zijn opgenomen.
4. Laat het beslag ca. 15 minuten rusten.
5. Voeg de rest van de melk erdoor en roer alles nog even goed door.
6. Verhit een klontje boter in de koekenpan en schenk een soeplepel beslag in de pan die je even met een licht kantelende beweginig ronddraait om het beslag mooi over de bodem te laten vloeien.
7. Bak op middelmatig tot hoog vuur tot de bovenkant van de pannenkoek droog is, de onderkant is dan goudbruin. Keer de pannenkoek, evt. met behulp van een mes, om ook de andere kant even licht te laten kleuren.
8. Schuif de pannenkoek op een bord en bak pannenkoeken tot het beslag op is.
9. Strooi op het midden een lijn van wat suiker, jam (of wat anders) op de pannenkoek, en rol hem op.