Snert

Snert, de enige echte

Voor ongeveer 4 liter heb je nodig

– 500-700 gram varkensvlees met botten, bv. hamschijf, schouderkarbonades of krabbetjes/spareribs. Speklapjes kunnen ook, maar gebruik dan als bot een mergpijpje. Of vraag aan de slager een varkensbot – je neemt natuurlijk zo verantwoord mogelijk vlees (bv. scharrelslager of boerderijwinkel)
– 1 knolselderie
– 2 a 3 preien
– 2 uien
– ca. 400 gram spliterwten
– 1 rookworst (het lekkerste is zelfgerookt, maar als je daar niet de beschikking over hebt, koop dan een rookworst van goede kwaliteit).
– zout, peper
– evt. een aardappel

Verder heb je nog nodig

Voldoende tijd, je moet toch wel op een uur of drie, vier rekenen.
Een grote pan, een snijplank en mes, een vergiet, een houten spaan, een schaal, evt. een rasp

En zo maak je het

  1. Vul een pan van ruim 4 liter inhoud voor de helft met water. Doe er het vlees en evt. de losse botten bij en breng dit langzaam aan de kook. Voeg als het pruttelt een theelepel zout toe.
  2. Schil ondertussen de knolselderie, snij hem in plakken en die weer in dobbelsteentjes. Haal de buitenste laag van 2 grote of 3 iets kleinere preien en snijd die in ringen. Wil je er uien in? Kan ook, haal de buitenste laag ervan af en snij de uien in stukken. Was de groenten.
  3. Doe de groenten bij de pruttelende bouillon (voeg dan nog iets zout toe), en laat hier op een laag pitje in minstens anderhalf uur een krachtige bouillon van trekken.
  4. Als je de bouillon lekker genoeg vindt, haal je het vlees en de botten uit de pan. Laat dat iets afkoelen in een schaal. Verdeel het dan in kleinere stukjes, verwijder alle botten. Doe het vlees terug in de pan.
  5. Nu is het tijd om de erwten in de pan te doen. Gebruik om en nabij 4 ons spliterwten. (Je kan ook hele erwten nemen, maar die moet je voorweken en dan heb je ook nog velletjes in je soep, ‘t is wat je liever wilt).
    Breng je soep aan de kook en roer dan goed door. Nu het vuur weer laag en zachtjes laten pruttelen, maar niet vergeten regelmatig te roeren.
    Vanaf dit moment moet je namelijk regelmatig roeren, zo om de 5 tot 10 minuten, om te voorkomen dat de erwten aan de bodem van de pan gaan zitten en aanbranden. In het begin kan je wat minder roeren, maar naarmate de erwten meer uiteenvallen vaker, echt wel om de paar minuten.
  6. Als de erwten helemaal fijn gekookt zijn en de soep daardoor gebonden is, proef je en voegt evt. nog wat zout en/of peper toe, en je kijkt of je de soep dik genoeg vindt. Is het te dun naar je zin, voeg dan wat geraspte aardappel toe. Laat nog even doorkoken. Als de aardappel na een paar minuten gaar genoeg is, laat je een rookworst wellen in de soep, die dan niet meer mag koken. Na 15-20 minuten haal je de worst eruit, snijd hem in plakjes, en doet die weer terug in de soep.

Eet smakelijk!

Dit recept zit in:

Type: groente, peulvruchten, soep, varken, vlees, winter