De korenmolen
Tijdens een vakantietoertochtje in de zomer van 2012 door Zuid-Kennemerland zag ik draaiende molenwieken boven de bebouwing uitsteken. Een draaiende molen in een dorp of stad? Dat kon alleen maar een korenmolen zijn, en omdat ik nou eenmaal geinteresseerd ben in natuurlijk voedsel koersten we op de wieken af; misschien was die molen wel voor publiek geopend!
We kwamen uit op de Wustelaan in Santpoort Noord bij korenmolen de Zandhaas.
En ja, de molen bleek open te zijn; terwijl wij onze scooter parkeerden zagen we verschillende mensen de molen in- en uitgaan. Dat gingen wij dus ook doen: Naar binnen!
De korenmolen in
Allereerst komen we in een bestrate ruimte terecht. Aan weerskanten zijn deuren: hier reden vroeger de paard-en-wagens in en uit om vracht af te geven of op te halen. Tegenwoordig vind je links en rechts kasten vol met pakken en zakken meel en bakmixen, want nu is hier de molenwinkel te vinden, waar van alles te koop is op meel- en bakgebied.
In een van de hoeken zien we een smalle, steile trap naar boven die we nieuwgierig opklimmen. We komen uit op een halve zolder vanwaar we de molenaar in de weer zien met zakken en balen op de nog een halve verdieping hoger liggende builzolder.
Met nog een trap omhoog bereiken we de maalzolder. Dit is een van de twee zolders waar gemalen wordt, op deze eerste wordt met een elektromotor gemalen. Hier bevinden zich twee koppels stenen, waarvan er één maalvaardig is. De onderste steen van een koppel molenstenen heet de ligger, die ligt dus vast, de bovenste steen wordt de loper genoemd, die draait bovenop de ligger.
De volgende trap brengt ons op zolder nummer 3, de stellingzolder.
Nog meer meel
Hier zien we de maalbakken van de nog weer een verdieping hoger liggende molenstenen. Het meel dat tussen deze stenen wordt gemalen wordt op deze stellingzolder opgevangen. Deze zolder is de werkvloer van de molenaar, door een van de drie deuren kan hij naar buiten om op de stelling de molen te bedienen. Denk hierbij aan zwichten (zeilen aanbrengen of minderen), kruien (bij een veranderende windrichting de molen naar de wind toedraaien), of vangen (het stilzetten van de molen). De molenaar legt met graagte uit hoe het malen op wind in zijn werk gaat. Het weer is heerlijk ondanks dat de wind wat “vlagerig” is, dus stappen we even de stelling op om langs het kruirad van het uitzicht te genieten.
Maar we willen ook die stenen wel zien waar het mooie meel tussen gemalen wordt. We klimmen dus weer een trap op om op de steenzolder te komen.
De twee koppels stenen die hier liggen worden via het spoorwiel door de wieken aangedreven. Puur op windkracht dus.
We gaan nog hoger en komen terecht op zolder nummer 5, de opslagplaats van het te malen graan. De zakken worden naar deze zolder gehesen met behulp van het luiwerk, daarom wordt deze zolder de luizolder genoemd.
Hierboven bevindt zich dan nog de kapzolder die echter niet vrij toegankelijk is.
Flink wat wijzer over de werking van een korenmolen dalen we voorzichtig alle trappen weer af – die molenaars zijn daar puur handiger en sneller in.
De winkel
Eenmaal beneden aangekomen kon ik natuurlijk niet zomaar de molenwinkel voorbij lopen: de kans om tussen molenstenen gemalen biologisch graan te kopen liet ik me niet zomaar ontgaan!
En wat een aanbod aan producten vind je hier, niet alleen allerlei soorten meel, je vindt echt alles wat een thuisbakker zich kan wensen.
Tegenwoordig trek ik om de paar maanden een halve dag uit om, “gewapend” met een boodschappenlijstje *), in de auto te stappen om mijn voorraad meel van biologisch geteeld graan weer op peil te brengen.
*) Ik kijk voor ik naar de molen ga altijd eerst op de assortimentslijst.