Reclamefolder kleine kruidenier

Kleine kruideniers

Kleine winkeltjes

Kwam je in de jaren zestig door Den Ilp, een dorp waar toentertijd om en nabij zo’n duizend mensen woonden, dan had je daar verschillende winkels. De bakker, de kruidenier, de manufacturenwinkel, de sigarenwinkel, een winkel voor onderdelen voor elektriciteit. Dit waren bedrijfjes met een winkelpand.
Ook kwamen de bakker, de groenteboer en de melkboer aan de deur, zij hadden in het dorp een “ventwijk”.
Wilde je vis of kip eten dan ging je meestal ‘achterom’ bij de een van de vele vissers en poeliers. De  slager had een winkel maar bracht ook bestellingen aan huis.

Kruideniers

Het kleine dorp bood in die jaren ruimte aan twee zelfstandige kruideniers. Je had Arie Deun met zijn VéGé-winkel en Jan de Boer met zijn Spar-winkel.
Beide hadden voldoende klandizie om ervan te kunnen bestaan. Het was in de dagen van de verzuiling, en je volgde de ongeschreven maar wel voorgeschreven regels. Je kocht bij degene die van dezelfde kerk of politieke kleur was als jij, of je kocht bij familie. Wij waren door familiebanden gebonden aan de Spar-winkel.
Was je niet gebonden aan een bepaalde winkelier dan had je vrije keuze. Sommigen kochten uitsluitend bij de één, sommigen wisselden hun inkopen af, de ene week bij Deun, de andere week bij De Boer. Maar wel altijd dicht bij huis, je kocht in het eigen dorp.

Verkooporganisaties

Arie Deun was zijn winkel begonnen in 1938, onder de vlag van de VéGé, een afkorting die staat voor VErkoop GEmeenschap. Deze organisatie was juist in dat jaar opgericht en bood een platform aan zelfstandige kruideniers. Zijn winkelpand was achter het woonhuis gevestigd.
Dat ging zo in die tijd, had je wat ruimte over, dan kon je een winkelnering drijven. Soms met maar een paar artikelen vanuit een schuifraam in de woonkamer. Dat was dan vaak een noodzakelijke aanvulling op de inkomsten. Arie Deun had echter een winkel met een volledig assortiment aan levensmiddelen, en kon daar zijn inkomen mee verdienen.
Jan de Boer had in de jaren 40 de winkel overgenomen van een oom van zijn vrouw. Ook die winkel was bij een organisatie voor zelfstandige kruideniers aangesloten, nl. de in 1932 opgerichte “De Spar”. Dit is een acronym van Door Eendrachtig Samenwerken Profiteren Allen Regelmatig.

Klantenvoordeel

Beide kruideniers gaven ook zegeltjes uit, een soort van spaarsysteem. De leus bij de Spar-zegels was “Kopen bij de Spar, is sparen bij de koop”.
Met de zegelkaarten spaarde je voor korting. Ook organiseerde de winkelier wel eens een dagje uit voor zijn zegelsparende klanten.

De dagelijkse gang van zaken

De hele dag door kwamen er klanten in de winkel, maar ook bestond een flink deel van het werk uit bestellingen.
Zowel Arie Deun als Jan de Boer gingen op pad om de winkelboekjes op te halen. Dat waren een soort notitieboekjes speciaal voor de boodschappen, uitgegeven door de kruideniersorganisatie.
De man werkte voornamelijk in de “buitendienst” (voorraadbeheer, bestellingen, bezorging), de vrouw deed het leeuwendeel van de winkelbediening.

Als de boodschappenboekjes waren opgehaald ging men thuis aan de slag om de bestellingen klaar te maken, in dozen te pakken en in de bestelauto te laden. De volgende dag werd dan alles bij de klanten bezorgd. Meestal was dit het grotere deel van de weekboodschappen. (Maar had je tussendoor nog iets nodig, dan kon je dat natuurlijk altijd gewoon in de winkel halen).

Eens per week kwam de vrachtwagen van de distributeur om de winkel voor de komende week te bevoorraden. Daarvoor werd op de avond ervoor de winkel zoveel mogelijk aangevuld vanuit de voorraadschuur. Zodat daar weer voldoende ruimte was voor de nieuwe spullen. Alle gezinsleden waren hierbij betrokken.
De nieuwe levensmiddelen werden gebracht, en het statiegeld glaswerk ging mee terug. Overal zat toen statiegeld op, zelfs voor de jampotjes betaalde je 5 cent.

Ook moesten er wekelijks reclamefolders verspreid worden. Jan de Boer besteedde dat uit aan zijn zonen, die als beloning voor hun werk snoep kregen.

Nieuwe winkelpanden

Eind jaren vijftig werden de oude winkels vernieuwd. Beide kruideniers bouwden de nieuwe winkel inpandig aan het woonhuis. In die tijd was werkgelegenheid voor menigeen nog dichtbij de woonplek, bij de winkelnering was dat dus niet anders.
De nieuwe winkels waren ultramodern. Zodra de winkeldeur open ging, ging er in het woonhuis een belletje af, en dan wist de winkelierster dat er een klant in de winkel wachtte op bediening.

De normale openingstijden van de winkels waren tussen 9.00 en 18.00 uur, van maandag tot zaterdag. Op zondag waren de winkels verplicht gesloten, dat was landelijk bij de wet zo geregeld. Maar, en dat was ook weer zo fijn van het dorp, was je iets vergeten, dan kon je na sluitingstijd altijd nog even ‘achterom’. Hoewel dat extra druk betekende in het toch al drukke leven van de kruidenier.
Verder had ieder dorp in de jaren 50 en 60 een vast dagdeel waarop de winkel gesloten was. In Den Ilp was dat op woensdagmiddag. En ook op zaterdag ging de winkel een uurtje eerder dicht.

Bezorgen en afhalen in de winkel

In ons groeiende gezin hadden we twee keer per week een grotere hoeveelheid boodschappen nodig. Een deel werd door Jan de Boer op donderdag gebracht, en een deel werd door mijn zus en mij op zaterdag gehaald. Ik herinner me dat we dan eerst op onze beurt moesten wachten, want de winkels waren van ouds nog bedieningswinkels. Iedere klant werd apart op haar beurt geholpen.
Alles wat je nodig had werd door de winkelierster gepakt. Soms moest het eerst nog worden afgewogen, en als je kaas of vleeswaren nodig had werd dat ter plekke voor je gesneden. De winkeliersvrouwen hadden het echt heel druk.
Als we eenmaal de zaterdagse boodschappen hadden zeulden we de volle tas de kilometer terug naar huis tussen ons in. Op zo’n moment beklaagden we ons wel eens dat we heel naar de Spar moesten in plaats van naar de VéGé, die immers vlak naast de deur was.

Schaalvergroting

Aan het eind van de jaren 60, en vooral begin jaren 70 veroverden zelfbedieningswinkels, en vooral de Cash&Carrie supermarkten, een flink deel van de markt. Zo’n winkel bijvoorbeeld verkocht de suiker voor een lagere prijs dan waarop de VéGé- of Spar-kruidenier het moest inkopen. Zij waren immers gebonden aan de eigen distributeur.
Dit bleek een nekslag te zijn voor de kleine kruideniers op het dorp. Beide kruideniers besloten in die tijd dan ook om hun zaken te sluiten. Arie Deun was 59 jaar oud toen hij in 1969 ermee stopte, Jan de Boer sloot in 1975 op 60-jarige leeftijd zijn winkel. Noodgedwongen hebben zij de laatste jaren tot hun pensioen bij een baas gewerkt.

Verantwoording

Dit is een ingekorte versie van het artikel dat ik schreef voor “de Croosduijker”, het blad van de Oudheidkundige Vereniging Landsmeer.

Met dank aan Rina Kok-Deun voor de afbeelding van de reclamefolder.

Dit bericht zit in:

Tag: ambacht, leefwijze, thema-herinneringen

Categorie: Keukentafel