Moestuindagboek 2015 - X
De kritieke dagen van de IJsheiligen zijn voorbij. Deze dagen staan bekend als de laatste dagen van de lente waarop het ’s nachts nog kan vriezen. Er zijn echter ook jaren waarop er nog wel later nachtvorst voorkwam, maar die zijn zeldzaam, daarom rekent menig tuinier met deze dagen, die liggen van 11 tot 15 mei.
Dus met de IJsheiligen achter de rug kunnen de warmteminnende planten de tuin in.
Ik heb een beetje gesmokkeld, zo zette ik vrijdag 8 mei de maisplantjes al uit. Ze waren al wel afgehard, eerst overdag buiten, daarna hebben ze ook een paar keer buiten overnacht. Ze waren er dus klaar voor. Ik hield wel het weerbericht in de gaten, in het geval er nachtvorst zou zijn voorspeld dan had ik stolpen over de plantjes gezet. Ik koester dit gewas, het is blauwe bakmais, van het oorspronkelijke ras Jerry Peterson Blue, waarvan de zaden biologisch geteeld zijn.
Ook de ananaskers die voor de buitenteelt bestemd was staat nu in de tuin. Ik hoop dat ze genoeg zon en warmte krijgen. De planten die ik al in de kas had uitgeplant doen het goed, je ziet dat ze nu een volle bladerkroon maken.
De augurken zijn op 10 mei gevolgd, over een lengte van ruim 2,5 meter heb ik 7 planten neergezet. Dit jaar heb ik gekozen voor het ras Delikatess, een middelgrote augurk die zich prima laat inmaken.
De sperziebonen zijn uiteindelijk wel na de IJsheiligen de grond in gegaan, op 15 mei. Dit jaar richt ik me op stambonen, waarvan ik zowel gele (wasbonen Beste von Alles) als groene (Saxa) heb gelegd, omdat ik bij het kopen van het zaad niet kon kiezen. Ik vind de groene kleur van boontjes fris en appetijtelijk, maar de zachte smaak van de gele is ook niet mis.
De op 4 mei gezaaide radijs is snel ontkiemd, binnen een week lieten de eerste kiemblaadjes zich zien. Gelukkig maar, want we oogsten al regelmatig van het eerste zaaisel. Dat zijn zowel rode ronde radijzen (Reuzenboter, een al wat ouder ras) als witte lange (IJskegel, een oud ras uit 1908). We eten ze zo uit het vuistje, maar ze zijn ook erg lekker door de sla of als fris broodbeleg.
Op Hemelvaartsdag was ik op visite bij iemand die voor haar tuin wat zonnebloemen had gekocht, een fleurig gezicht. Het schoot me te binnen dat ik thuis ook nog diverse zakjes zonnebloemzaad had liggen; thuisgekomen meteen een dozijn potten met grond en zaad gevuld. “Voor een hoog Van Gogh gehalte”, zoals er op de achterkant van het pakje staat beschreven, maar ik ga proberen of ik in de herfst wat pitten kan oogsten.