Pakjes en zakjes

Met de huidige tendens van maaltijdpakketten die in pakjes en zakjes te kust en te keur in de supermarkten liggen worden we dom gemaakt. Raar maar waar. Immers, de producent laat via de verpakking weten dat het bereiden van een maaltijd met zo’n pakket een makkie is. Hoezo een makkie? Houdt dat dan in dat koken zonder zo’n pakje of zakje moeilijk zou zijn? Ga toch weg meneer Honig en mevrouw Knorr. En neem oom Bertolli en de rest van de familie ook meteen maar mee. Koffers inpakken en wegwezen. Hora est.

De naam maaltijdpakket is trouwens een lachertje vind ik. De eerste keer dat ik zo’n “maaltijdpakket” zag, dacht ik “dat is verrekte handig!” maar ik veranderde al snel van mening nadat ik had gezien dat er een kopje “zelf toevoegen” bij stond. Daaronder vielen de verse producten, het echte voedsel dus. Conclusie: In het pak zit geen noemenswaardige echte voeding. Waarschijnlijk is het papier van het pakje of zakje duurder dan de inhoud.
De kruiderij die in die pakjes en zakjes zit staat negen van de tien keer gewoon in je keukenkastje. Maar het sausje dan wat zo mooi op dikte is uit zo’n kant en klaar pakket? Dat is een zetmeel, een toegevoegd bindmiddel aan die kruiden en specerijen die al in je keukenkastje stonden. En ook dat bindmiddel vind je in je eigen kastjes, bv. maizena of bloem.

Neem van mij aan: Koken is niet moeilijk. Mocht je jezelf een beetje onzeker voelen in de keuken, er is over dit onderwerp informatie genoeg te vinden. Basisprincipes vind je in ieder goed basiskookboek.
En of je nu de kleine lettertjes op een pakje of zakje leest of een bereidingswijze van een gerecht in een kookboek, dat is echt niet zoveel anders. Het verschil bestaat hierin dat je van te voren moet bedenken wat je wilt gaan koken en een boodschappenlijstje maakt aan de hand van de bij het recept vermelde ingrediënten – of dat je in de supermarkt op het “maaltijdpakket” moet lezen wat je nog “zelf moet toevoegen”. Beide lijstjes zullen in grote lijnen overeenkomen.
Mijn keuze is snel gemaakt, ik ga voor de eerste optie. Het is heel plezierig om van te voren te bedenken (en je al te verlekkeren aan) wat je aan maaltijden gaat maken voor de komende dagen, daarbij is het economischer want deze manier houdt al gauw in dat je minder vaak boodschappen gaat doen, en dat is snel gewonnen!

Nog een pluspunt, en zeker niet het minste is dat je op deze manier een flink portie chemicaliën buiten de deur houdt. De pakjes en zakjes bevatten best een aanzienlijke hoeveelheid van deze stoffen, ook wel bekend als hulpstoffen of e-nummers.
Toegegeven, niet alle e-nummers zijn puur chemisch, maar de min of meer natuurlijke toevoegingen worden vaak uit hun natuurlijk verband gehaald met chemische stoffen.
Gelukkig is de huidige generatie consumenten zich bewuster dan voorheen dat aan veel producten e-nummers zijn toegevoegd en lezen daarom aandachtig de kleine lettertjes op de verpakkingen. Slimme producenten houden rekening met deze kritische klanten en vermelden daarom niet meer het e-nummer, maar de naam van de stof. Onze wetgeving biedt deze ruimte, en een handige vis weet waar de mazen in het net zitten. Ook afkortingen van de stofnaam mogen worden gebruikt.
Zo kan je voor één en hetzelfde stofje verschillende aanduidingen op de verpakkingen tegenkomen. Als voorbeeld geef ik hier: E 621, ve-tsin, mononatriumglutamaat, glutamaat, glutamaatzuur, MSG en zo heeft het nog wel een paar namen. Je moet onderhand wel een wandelende encyclopedie zijn wil je er nog wijs uit kunnen worden.
Toevallig zit dit stofje in bijna alle hartige bewerkte producten, dus ook de maaltijdpakketten, de pakjes en de zakjes ontkomen niet aan E 621. Het zorgt ervoor dat wanneer je het naar binnenkrijgt, je wilt blijven eten. (De zak chips gaat leeg terwijl je had voorgenomen om maar 1 handje te nemen). Het brengt je hormoonhuishouding in de war, je lichaam raakt van slag en geeft valse signalen af: je krijgt alweer honger terwijl je minder dan een uur geleden nog hebt gegeten.
En ook aan de zoete etenswaren worden kwistig e-nummers toegevoegd, vooral de snoeperijtjes waar met grote letters op staat: “Geen suiker toegevoegd!”

Veelvuldig (dagelijks) gebruik van bepaalde e-nummers zorgt ervoor dat je lichaam ziek wordt. Voedsel is bedoeld om je lichaam levend te houden; onze oorspronkelijke voeding is dan ook altijd van levende wezens geweest. Planten en dieren. Een afgeplukt blad, of een vis die je gevangen hebt. Echt natuurlijk voedsel en niks geen poeders uit een potje. Dat zijn de gluiperds die je sluipenderwijze ziek kunnen maken. Aandoeningen als allergieën, eczeem, migraine, diabetes 2, obesitas, enz. verminderen stilletjesaan de kwaliteit van leven, en zorgen dat je weerstand langzaam wordt afgebroken. Je lichaam nodigt als het ware allerlei nare ziektes uit om op bezoek te komen en niet meer weg te gaan.

Als voorbeeld is hier het ingrediëntenlijstje van een kruidenmix voor het Indische vleesgerecht Daging boemboe bali (Rundvlees in balinese saus), waarbij de additieven als e-nummers staan vermeld:
ui, rode peper, suiker, zout, water, plantaardige olie, smaakversterkers (E510, E621), knoflook, gember, melasse, citroengras, voedingszuren (E260, E262, E326, E330), tarwebloem, conserveermiddelen (E200, E210, E211), garnalen, plantaardig eiwithydrolysaat (soja), kleurstof (E150c), verdikkingsmiddelen (E407, E412, E466), purutblad, specerijen, tapiocameel, antioxidanten (E310, E320)
Natuurlijk kan dit gerecht ook zonder al die poespas gemaakt worden. Een recept daarvoor vind je in het kookschrift.

Geen pakjes en zakjes dus voor mij. Ten eerste: ik hou van vers. En ten tweede: het liefst zo dichtbij mogelijk geteeld, gefokt en geslacht.
In de eerste mogelijkheid wordt in voedingsnederland goed voorzien, de tweede is wat lastiger. Neem het voorbeeld van de appels die jaarrond bij de versafdelingen van de supermarkten liggen. Voor mij in het late voorjaar en vroege zomer geen appels! Ze komen of uit koelhuizen, of uit een land hier heel ver vandaan. Moet je even niet bij stilstaan wat voor een energie dat heeft gekost om het op de versafdeling van de plaatselijke supermarkt te krijgen. En dan schijnt het de appel uit Nieuw Zeeland minder energie te hebben gekost om tot jouw plaatselijke supermarkt te komen dan de appel van eigen bodem die maanden lang in een energieslurpend koelhuis heeft moeten liggen.
Korte lijnen dus voor mij: vers en dichtbij geteeld, een ideaal uitgangspunt voor een naar je eigen smaak samen te stellen maaltijd.

Tineke, juli 2013

 

Dit bericht zit in:

Categorie: Keukentafel