De weg terug naar paleo
Hoe hebben wij als mensheid kunnen overleven? Als je denkt aan het harde bestaan van de oermens met alle ongemakken en gevaren die hem omringde dan is dat wel een wonder.
Het moet in die oertijd niet makkelijk zijn geweest, zo zonder een autootje om je boodschappen te halen bij de supermarkt. De oermens zou niet eens begrijpen wat ik daarnet schreef. Het is ook wel een grote sprong in “de evolutie”- van “het op eigen benen voedsel te verzamelen en jagen” naar het “op je kont achter het stuur zitten en door anderen verzameld en (voor)bereid voedsel in je winkelwagentje te laden”. Onze hedendaagse manier van “voedsel vergaren” lijkt dan wel makkelijk, maar ons portie beweging om het te pakken te krijgen lopen we op die manier wel mis. Om dat te compenseren moeten we naar het fitnesscentrum, indoor wel te verstaan. Buitenlucht komt er nagenoeg niet meer aan te pas.
Leven met en volgens de seizoenen doen we al helemaal niet meer. Hoewel… we reageren wel op het koude seizoen door nog vaker de auto te pakken.
Kunnen we nog wel leven, of overleven? Interessante vraag, zeker als je bedenkt dat de bevolking in onze westerse, van de natuur afgedwaalde, samenleving chronisch lijdt aan moderne “welvaartsziekten”. Een woord dat een aantal decennia geleden voor het eerst genoemd werd. En al helemaal ingeburgerd, niet meer weg te denken uit ons taalgebruik.
Wat zijn welvaartsziekten eigenlijk? Het zijn ziekten die sinds een jaar of vijftig, pakweg sinds de tweede helft van de 20e eeuw steeds vaker voorkomen. Ziekten die doorgaans vooraf worden gegaan door jaren met niet te definieren klachten. En na die lange periode van ongemak stelt uiteindelijk de dokter de diagnose: Diabetes, arteriosclerose, kanker, obesitas, een auto-immuunziekte zoals bv. coeliakie of de ziekte van Crohn om er maar enkele te noemen. Voor sommige patienten is het dan al te laat en valt het doek.
Wat hebben die ziekten met welvaart te maken en hoe onstaan ze? Welvaart was toch wat we nastreefden? Dat was toch goed voor de maatschappij en dus voor de bevolking? En van zo’n leefwijze zou je ziek worden? Dat is toch je reinste lariekoek?!
Maar met de jaren neigde ook ik naar de overtuiging dat onze huidige manier van leven (die al voor de introductie van het woord “welvaartsziekten” gericht was op Groter en Meer) niet zo heel goed voor ons gestel is. Consumeren in het kwadraat. Van drie simpele, weinig fantasievolle maaltijden per dag, naar dagelijks meerdere eetmomenten. De na-oorlogse schaarste was eind jaren zestig veranderd in een tijd van regelmatig een extraatje, en daar hield het niet mee op, men vierde de overdaad waarbij niet geaarzeld werd zich te spiegelen aan een ander. In de jaren zeventig werd de typische Nederlandse verdaardagviering dan ook aangegrepen om eens flink uit te pakken met voedsel en drank om zodoende indruk te maken op familie en vrienden. Van lieverlee werd deze overdaad deel van het dagelijks leven.
Toch was ik ook toen al sceptisch over de “voedingsindustrie” al besefte ik toen nog niet dat het eigenlijk “big business” was. Begin jaren tachtig was het nog wel mogelijk om e-nummervrij te eten, al vroeg dat wel tijd en inzet. Vers vlees, verse groente en fruit, brood en verse melk waren e-nummer vrij vertelde mij toen desgevraagd het Voorlichtingsbureau voor de voeding.
Een nieuwe fase in mijn leven ging in toen ik moeder werd. Als je verantwoordelijk bent voor een heel nieuw leven dan realiseer je je pas dat moderne voeding niet vergeleken kan worden met oorspronkelijk voedsel. Dus viel ik terug op de basis uit mijn jeugd: het zelf koken met producten van het land: Verse groenten, vers vlees, granen, zuivel. Conserven om achter de hand te hebben. Een belangrijke stap. Niet omdat ik die producten daarvoor niet gebruikte, maar nu wist ik beter waarom ik het deed. Een appeltaart bakte ik zelf, die was niet alleen lekkerder, maar dan wist ik ook wat erin zat!
Met de jaren werd ik steeds meer bewust van de nadelen van het (voor)bewerkte voedsel wat zo ruim voorhanden is in onze samenleving. Het eten “vulde” niet meer, binnen twee uur na de bruine boterhammen van het ontbijt begon ik alweer trek te krijgen!
Begin 2012 hoorde ik voor het eerst de term paleo-dieet. Alleen al de naam sprak mij in hoge mate aan. Dit was wat ik in mijn achterhoofd altijd al dacht, de voeding die de oermens gebruikte was uitermate geschikt om de mens te laten (over)leven. Ik zocht meer informatie over het dieet, kwam erachter dat het totaal glutenvrij is omdat granen weinig of niet bij het dieet horen. Ik bestelde het boek “The Paleo Diet” van Loren Cordain, de man achter het principe.
Volgens de bronnen zou dit dieet de massa welvaartsziekten voorkomen en in veel gevallen zelfs kunnen genezen!
Ik was nieuwsgierig en besloot de proef op de som te nemen. De eerste paleo-maaltijd als zodanig zal ik nooit vergeten. Het was eind september 2012, en ik maakte een ontbijt. Ik bakte 2 eieren en at daar een mix van geraspte wortel en appel bij. De twee bruine boterhammen bleven in de broodtrommel. Ondanks dat ik qua hoeveelheid minder had gegeten dan normaal had ik genoeg energie. Drie uur na het ontbijt had ik nog steeds geen nieuwe trek gekregen, wat heel opmerkelijk was, want doorgaans zou ik dan al lang naar iets eetbaars hebben gegrepen.
Het “geen hongergevoel” motiveerde me om meer maaltijden te eten volgens het paleo-principe. Volgens mijn BMI index was ik niet te dik of te zwaar, toch verloor ik binnen no-time 3 kilo aan gewicht. Het gevoel dat mijn lichaam letterlijk weer beter in mijn vel paste was ronduit prettig. Ik stapte weer wat makkelijker op mijn fiets. Bewegen is een belangrijk deel van de paleo-leefwijze, maar eigenlijk spreekt het vanzelf, want bewegen is gewoon goed!
Jammer genoeg gingen mijn huisgenoten niet mee in mijn paleo-avontuur. Ik kwam dan ook niet hoger dan 60, 65%. Toch een belangrijke winst als je bedenkt dat je begint met 0%.
Een moeilijkheid bij paleo zijn de producten te vinden die geschikt zijn voor het dieet. Want waar koop je biologisch vlees van grasgevoerde runderen? Waar vind je nog de echte buitenscharrelkip? Wilde vis uit niet-vervuild water? Met groente is het makkelijker. Ik ben altijd al een voorstander van het hier-en-nu principe geweest, dus begon ik mijn groenten zelf te kweken. Mijn cottage-look bloementuin is veranderd in een moestuin met kleinfruit. Noten en gedroogd fruit zijn een lekker tussendoortje of een aanvulling op een verse salade.
Heel fijn is ook dat je bij het paleo-dieet niet beperkt wordt in de hoeveelheid voedsel die je eet, zolang je maar de juiste voedingsmiddelen gebruikt.
Volgens het paleo-principe past zuivel niet in het dieet. De Nederlanders zijn echter al eeuwenlang zuivelgebruikers en als je de lactose kan verteren is er geen bezwaar om je dieet zo nu en dan aan te vullen met rauwe melk, die wezenlijk verschilt van de gehomogeniseerde en gepasteuriseerde (en dus bewerkte) melk van de voedingsindustrie. Ik haal mijn rauwe melk bij een boerderij in de buurt, en vind het een verrijking die ik jarenlang heb gemist.
Zoals je ziet pas ik de principes van het paleo-dieet aan aan mijn situatie. Ik voel me daar uitermate prettig bij.
Meer informatie over het paleo-dieet vind je op de site van Dr. Loren Cordain
Gerelateerde artikelen: Paleo-dieet – De eskimo ten dode opgeschreven? –