Primitief

In een paar maanden tijd hadden wij een paar keer te kampen met een grote stroomstoring. Nu ben ik daar niet meteen van onder de indruk, eigenlijk vind ik het af en toe best fijn om wat meer primitief te leven. Vooral in de zomer is er veel minder achtergrondgeluid (geen doe-het-zelvers met elektrisch tuin- of klusgereedschap). Er is dan ook veel minder “ruis” aanwezig. Maar tijdens de zoveelste storing realiseerde ik me dat we als samenleving erg afhankelijk zijn geworden van die stroom. Zeker als je bedenkt dat een groot deel van ons land beneden zeeniveau ligt. We houden letterlijk onze voeten droog dankzij elektrische gemalen. De belangrijkste daarvan zijn gelukkig voorzien van een dieselmotor die in geval van calamiteiten het werk kan overnemen.

Buitenshuis

In het verkeer kunnen verwarrende en chaotische situaties ontstaan omdat plaatselijk de stoplichten het niet meer doen.
Op kleinere schaal hebben winkeliers er last van. De verlichting in de winkels valt uit. De klanten kunnen de boodschappen niet meer betalen omdat de kassa’s niet meer werken. In levensmiddelenzaken vallen bovendien koeling en vriezers uit want ook voor deze koude processen is er de warmte van stroom nodig.

Binnenshuis

En in onze eigen huishoudens merken we dat er geen heet water meer uit de kraan komt want om het vlammetje van de combi-ketel aan te steken is er een klein beetje stroom nodig.  Daarom werkt ook de centrale verwarming niet meer, het water wordt niet warm en ook de pomp heeft elektriciteit nodig om te kunnen draaien, dus zitten we in de kou.
Andersom kan de koelkast niet meer koelen en de vriezer niet meer vriezen.
Als je op gas kookt dan mag je je handen dichtknijpen want dat kan dan nog wel. Dus kan je ook heet water maken voor een kop thee of koffie (of de afwas). Maar wanneer je elektrisch kookt (kookplaten, inductie etc.) dan hoor je ook wat dat betreft bij de pechvogels. En dankzij de stadsverwarming worden mensen in veel steden de keuze tussen gas en elektrisch koken ontnomen en verplicht om op stroom te koken.

Hoe ga je te werk als je met een stroomstoring te maken hebt?

Een korte stappenlijst:

– Controleer je stoppenkast, vervang evt. een defecte stop (zekering)
– Zijn alle zekeringen goed, vraag dan bij de buren of zij ook zonder stroom zitten.
– Bel (evt. met een mobiele telefoon) het energiebedrijf om de storing door te geven, en vraag of bekend is hoe lang de storing gaat duren. Deze tijdsduur is belangrijk voor je koelkast en vriezer.

En verder in keuken en huis:

Koelkast en vriezer:

Het is echt niet zo dat je je ingevroren spullen niet meer zou kunnen gebruiken als de vriezer een paar uur geen stroom heeft gehad. In geval de stroomstoring langer duurt, bv. een uur of 8, ook dan is er nog geen reden om de boel weg te gooien. Maar bij zo’n langere storing zijn er wel een paar punten waar je op moet letten.
– Het allerbelangrijkste: OPEN DE VRIEZER NIET!
– Als je een grote vriezer hebt die vol zit kunnen je spullen het meer dan een etmaal uithouden mits je de vriezer NIET OPENT. In de periode na de stroomstoring wel deze spullen als eerste opmaken.
– Ook voor de koelkast geldt, niet openen wanneer het niet strikt nodig is.

Koken:

Je kunt buiten koken op de barbecue. Het is dus ook in de winter handig om voor onvoorziene omstandigheden wat houtskool of een wegwerpbarbecue in de schuur te hebben staan. Een beetje creativiteit en fantasie is nodig om op deze manier een maaltijd te bereiden, maar wanneer je met het zomers-buiten kampeergevoel aan de slag gaat dan heb je de helft al gewonnen. En ook een campinggasstel (met één of meer branders) kan uitkomst bieden.

In plaats van elektrisch keukengereedschap te gebruiken zal je veel dingen met de hand moeten doen, maar met behulp van mes en snijplank, garde, en pannen op het fornuis (of de barbecue of campinggasstel) lukt dat prima.
Onze overgrootmoeders deden eigenlijk niet anders.

Verwarming en verlichting:

Omdat de meeste huizen geen schoorsteenkanaal hebben is verwarming moeilijk. Maar met wat simpele middelen als een bakblik, terracotta bloempotten en waxinelichtjes kan je een noodkacheltje maken. Op youtube vind je voorbeelden hoe je dat kan doen, van simpel tot meer uitgebreid. Denk er wel om dat je deze kacheltjes nooit  onbeheerd laat branden, en ook niet ’s nachts. Het is, hoewel klein, toch een open vuur waarbij de kans op brand altijd aanwezig is. Voordeeltje is dat deze kacheltjes ook nog een beetje licht geven. Voor meer licht kan je waxinelichtjes in windlichten of lege jampotten zetten, of kaarsen in kandelaars gebruiken.