Atjar tjampoer
Atjar tjampoer klink exotisch, en dat is het ook, want het hoort thuis in de Indonesische keuken. Letterlijk betekent het gemengd tafelzuur.
Je kunt het in de supermarkt in potjes kopen, maar dat vind ik een slappe hap. Chinees-indische restaurants hebben het doorgaans wel op hun afhaalmenu staan, en die is veel lekkerder. Maar natuurlijk kun je het ook prima zelf maken, want hoe exotisch de naam ook mag zijn, de ingrediënten zijn heel gewoon. Als er bij ons rijsttafel op het menu staat maak ik steevast een flinke portie atjar tjampoer erbij, je maakt hier nl. niet snel te veel van omdat je de atjar in een afgesloten pot gerust een week of vier in de koelkast kan bewaren. Ook wel handig, want hoewel de bereiding simpel is gaat er best wat tijd inzitten vanwege het wachten tussendoor.
Er staan daarom bij het recept geen exacte hoeveelheden voor de groente. Ook met de andere ingrediënten kan je je eigen smaak volgen, de opgegeven hoeveelheid is alleen maar een richtlijn.
Oja, dit zuur is niet enkel voor bij de rijsttafel, ook bij een hamburger smaakt een beetje hiervan lekker, en wat denk je van een schepje atjar bij een bonengerecht?
Je hebt nodig:
een kwart tot een halve witte kool
3 tot 6 winterwortels
3 tot 5 uien
eventueel een halve of hele paprika
2 tot 3 eetlepels keukenzout
1/2 tot 3/4 liter blanke azijn
een theelepel gemalen kurkuma
een snuf gemalen witte of zwarte peper
een theelepel gemalen gember (djahé)
een theelepel gemalen laos
1 tot 2 eetlepels suiker
Verder heb je nodig:
een foodprocessor met schaaf (heb je dat niet, dan voldoet een snijplank met mes ook), een grote kom, een pan waarop een glazen schaal past, een vergiet, evt. een paar lege potten
En zo maak je het:
1. Schaaf de kool en ui tot dunne reepjes en de wortel in dunne plakjes. Doe de geschaafde groenten met het zout in de grote kom. Meng het zout er goed doorheen. Dek de kom af en laat het een paar uur staan.
2. Vul de pan met een flinke laag water en zet dat op een warmtebron. Doe de azijn, kurkuma, peper, gember en laos in de glazen schaal, en zet die schaal op de pan met water. De warmtebron laag zetten zodra het water gaat koken, het moet tegen de kook aanblijven. Op deze manier geven de specerijen hun smaak goed af aan de azijn, en de kurkuma zorgt ook nog voor die mooie frisse kleur geel. Wanneer je vindt dat de specerijen voldoende smaak hebben afgegeven, draai je de warmtebron uit. Roer de suiker erdoor. Laat de azijn afkoelen, het moet warm tot lauwwarm zijn.
3. Knijp het vocht uit de groente, doe het over in het vergiet, spoel even lichtjes af om het teveel aan zout weg te halen. Laat zoveel mogelijk vocht eruit druipen.
4. Giet de warme tot lauwwarme azijn erover heen en meng alles goed door. Laat nu helemaal afkoelen.
5. Serveer in een mooie schaal, wat je teveel hebt doe je over in schone potten die je in de koelkast bewaart.
Moeilijkheidsgraad: eenvoudig
Prijsniveau: voordelig
Tijdsduur: tijdrovend