Besan bonkies

Vorig najaar had ik bij de molen kikkererwtenmeel (besan) gekocht. Dit meel wordt van ouds in oosterse keukens wel verwerkt tot een frituurbeslag voor groenten en ook wordt het in moderne bepaalde gezonde voedingsstromingen veel gebruikt, maar omdat ik geen gedroogde peulvruchtenfan ben bleef het in de voorraadkast staan. Eigenlijk werd het wel eens tijd om er wat mee te gaan doen. Iets zoets.
Na wat snuffelen naar recepten kwam ik een koekjesrecept tegen met ingredienten die me wel aanspraken, alleen had ik mijn twijfels over de bereidingswijze. Het moest namelijk in een wok of wadjan gegaard worden. Ik voorzag een donkerbruine, en onsmakelijk ogende substantie als ik daaraan zou beginnen. Niet doen dus.
Ik ging dit anders aanpakken, ik zou gewoon een deeg maken en dat in de oven bakken.

Voor ongeveer 12-15 bonkies heb je nodig:
100 gram kikkererwtenmeel (besan)
100 gram boter
60 gram suiker
50 gram fijngehakte walnoten
flinke snuf gemalen kardemom
snuf gemalen kaneel

Verder heb je nodig:
Een pannetje, een deegkom of grote schaal

En zo maak je ze:
1. Smelt de boter in het pannetje, en roer er achtereenvolgens het kikkererwtenmeel, de suiker, de fijngehakte walnoten en de specerijen door. Goed vermengen voor je het volgende ingrediënt toevoegt.
2. Verwarm de oven voor op 190 graden C. Bekleed een bakplaat met een velletje bakpapier.
3. Doe de massa over in de deegkom, laat iets afkoelen en kneed er dan een zo samenhangend mogelijk deeg van. Het blijft vrij los van structuur.
4. Neem een stukje deeg, druk dat in de palm van je hand samen tot een soort bonkig koekje, en leg dit op de bakplaat. Verwerk zo al het deeg tot koekjes.
5. Bak de bonkies in de voorverwarmde oven, ca. 17 minuten op 180-190 graden C.
6. Af laten koelen. Deze koekjes zijn vers het lekkerste.