Kruimel, crumble, crisp

Soms ben je niet in de stemming voor een grote maaltijd, of heb je het wel even gehad met de hartige avondhap.
Stel je maakt een goed gevulde groentensoep, dat lepelt makkelijk weg terwijl je met iedere hap toch naar je dagquotum aan groenten toestevent.
Ik kan me ook voorstellen dat je op een hete zomerdag een frisse salade maakt.
Maar alleen  soep of salade maakt geen complete maaltijd, dus ga je nog voor een nagerecht. Yoghurt, vla of pudding zijn na zulke lichte gerechten nou niet de aangewezen toetjes, het moet wel ietsje steviger zijn dan dat. Bij deze gelegenheden grijp ik dan naar een crumble. Voordeel van een crumble is dat je  het eerder op de dag al kan maken, maar als je er een uur voor je gaat eten aan begint ben je ook nog niet te laat. Een crumble maken is niet echt moeilijk, het bestaat uit een laagje fruit, liefst vers, maar in een noodgeval kan je ook conserven gebruiken, en daarop een kruimelige laag van meel en/of graanvlokken en/of (gehakte of gemalen) noten, boter en wat suiker. Je kan het koud eten, maar ook warm smaakt het prima. Eventueel kan je bij het serveren er wat room overschenken.

Je begint met het fruit, daarna maak je de kruimellaag. Onderwijl zet je de oven op voorverwarmen.

Als fruit kan je gebruiken: appels, pruimen, perziken, maar ook rabarber kan je voor deze laag nemen. Het fruit kan je al of niet combineren met gedroogde besvruchten (bv. rozijnen, cranberries). Evt. kan je wat rietsuiker of honing over het fruit strooien of druppelen als je een zure vrucht gebruikt. Of je vet je ovenschaal heel licht in met wat boter en strooit er wat rietsuiker in voor je het fruit erin schikt.

Voor de kruimellaag werk je met meel (of bloem), havermout (of graanvlokken), boter en rietsuiker. Ook kan je er gehakte noten doormengen.
Recepten voor een kruimellaag vind je hier bij de recepten.