Margarine

Margarine is een geraffineerd product dat door de voedingsmiddelenindustrie op de markt wordt gebracht.

Ik ben met margarine opgegroeid, en wel de goedkoopste die er was. In de 50-er en 60-er jaren was dat margarine op basis van dierlijke en plantaardige vetten in een papieren wikkel, die uiteraard helemaal werd afgeschraapt om zo min mogelijk te verspillen. Deze margarine werd gebruikt om de boterham te besmeren, om vlees in te bakken en braden (jus), bij het serveren van de groente, en om gebak mee te bereiden. Boter (roomboter, echte boter) was bij ons een zeldzame traktatie die alleen met een verjaardag op tafel kwam, en dan enkel om het brood mee te besmeren. *)

Aan de wieg van de margarine stond een prijsvraag: Zo’n 150 jaar geleden loofde de Franse keizer Napoleon III een prijs uit voor diegene die een goedkoop en lang houdbaar spijsvet kon ontwikkelen dat als vervanging voor boter kon dienen.
Nadat Hippolyte Mège-Mouriés de melkproductie bij de koe had bestudeerd en daaruit concludeerde dat het dier haar eigen lichaamsvet afgeeft in de melk maakte hij in 1869 uit rundvet, afgeroomde melk en gesnipperde koeienuiers een kunstboter dat hij oleomargarine (vrij vertaald: vette parels) noemde. Hij won daarmee de wedstrijd en vroeg patent aan op zijn product.
Later werd de naam van het product ingekort tot margarine.

De Nederlander Antoon Jurgens liet zich het procedé van Mège-Mouriés om margarine te vervaardigen demonstreren en begon in 1871 in zijn woonplaats Oss zelf met experimentele productie van margarine.
Een jaar later begon ook zijn plaatsgenoot Simon van den Bergh met margarinefabricage. Deze beide concurrenten stonden aan de basis van wat later de multinational Unilever zou worden.

De witte substantie werd aantrekkelijker gemaakt door het te kleuren met een chemisch vervaardigd boterkleursel. Toch duurde het nog vrij lang voordat de verkoop van margarine goed op gang kwam wegens verhalen dat het product van dode dieren zou zijn gemaakt.
Toen rond 1900 in plaats van rundvet ook plantaardige olie als grondstof werd gebruikt had het product al vaste voet aan de grond veroverd. De olie zorgde er mede voor dat het product zachter en beter smeerbaar werd.
De consument gebruikte de margarine veelvuldig: om te smeren, en om in en mee te koken, bakken en braden, zoals ook tijdens mijn jeugd nog gebeurde.
Het product margarine bleef zich ontwikkelen. Het harde blok in de papieren wikkel is nu verkrijgbaar in allerlei  consistenties en verpakkingen: kuipjes, wikkels van diverse materialen, flessen.

Tegenwoordig worden alle margarines gemaakt van plantaardige olie, denk daarbij aan zonnebloemen, mais, koolzaad, palmvruchten etc.
Bij de margarinefabricage ondergaat de vloeibare olie een verhardingsproces, echter wanneer dit proces onvolledig wordt uitgevoerd veranderen de in de olie voorkomende onverzadigde vetten in transvetten die schadelijk kunnen zijn voor de bloedsomloop. Met de nieuwste technologieën bij het fabricageproces ontstaan deze schadelijke stoffen nauwelijks.
Op de voedingsmiddelen-etiketten hoeft de hoeveelheid transvetten niet te worden vermeld.

Naast de “gewone” margarine kennen we ook nog de volgende producten:
– halvarine – (bevat veel minder vet dan “gewone” margarine, is smeerbaar door toevoeging van water)
– dieetmargarine – (bevat minimaal 50% meervoudig onverzadigde vetzuren om het cholesterolgehalte te verlagen – sommige van deze producten hebben door toevoeging van plantensterolen een min of meer farmacologische werking) **)
– bak- en braadmargarine, al of niet vloeibaar – (hoger vetgehalte dan margarine, soms verrijkt met smaakstoffen)

Margarine bevat de vitamines A, D en E. Vitamine E is afkomstig uit de olie die als grondstof wordt gebruikt, het gehalte is afhankelijk van de oliesoorten die gebruikt worden. Vitamine A en D worden bij het fabricageproces toegevoegd.
De zogenoemde halvarines en “light”-margarines bevatten tussen de 20 en 41 % vet.
Bij de volle margarines ligt dit gehalte tussen de 41 en 80 %.
In vloeibare bak- en braadproducten bedraagt het vetgehalte tussen de 80 en 100%, bij de light-versies hiervan ligt dit gehalte rond de 55-60%.
De vaste bak- en braadmargarines hebben een percentage vet dat ligt tussen de 70 en 100.

*) N.B.: Tegenwoordig gebruik ik boter. In de Eetweetjes-recepten wordt dan ook geen margarine gebruikt.

**) Bij de producten met plantensterolen of sterolesters dient van te voren goed de gebruiksaanwijzing doorgelezen te worden.

Bronnen:

Wikipedia: MargarineAntoon JurgensSimon van den BerghBecel
Historia-net: Wanneer onstond margarine?
Infokaarten Voorlichtingsbureau Margarine, Olieën en Vetten: 173/2010, 71/2012, Infowijzer Margarine en Halvarine