Pruim

Pruimen zijn steenvruchten die aan middelgrote bomen groeien. Met de tegenwoordige entmethodes kan men echter ook kleine pruimenbomen kweken, wat natuurlijk bij het plukken gemakkelijk is.
De bomen gedijen het best in de gematigde zone, waarin ook ons land ligt; in te hete (zonnige) gebieden krijgen de vruchten last van zonnebrand en verliezen ze hun smaak.
De vruchten zijn rijp van het midden van zomer tot de vroege herfst, de meeste rassen tussen half augustus en half september.
Er kan een indeling worden gemaakt in dessertpruimen, kwetsen of keukenpruimen, en mirabellen en kroosjespruimen.

De pruim is al eeuwenlang in cultuur waardoor de herkomst niet met zekerheid te herleiden is, mogelijk is de voorouder van veel Europese pruimenrassen de in de omgeving van de Kaspische Zee voorkomende wilde soort Prunus domestica.

Een aantal rassen

– Anna Spath, donker roodpaars tot blauwpaars, loszittende pit, september/oktober
– Belle de Louvain (Schone van Leuven), grote rood-blauwe pruim, tweede helft augustus
– Betuwse kwets, langwerpig, blauw-bruin, kook-bakpruim, begin september
– Bleu de Belgique, groot eirond, donker rood-blauw, oud Belgisch ras van voor 1850, augustus-september
– Czar, klein ovaal, paars-blauw, pit laat moeilijk los, juli-augustus
– Dubbele boerenwitte, rond, geel-groen, zeer oud ras, half augustus
– Early prolific, klein rond, blauw, goede keukenpruim, eind juli
– Hauszwetche, langwerpige kwets, zeer donkerblauw, goede keukenpruim, pit laat goed los, september/oktober
– Mirabelle de Nancy, klein rond, goudgeel, zeer oud ras, pit laat goed los, tweede helft augustus
– Monsieur Hatif, langwerpig rond, paarse schil, geel vruchtvlees, pit laat goed los, half augustus
– Opal, klein, paars-rood, uit Zweden – geïntroduceerd 1946, pit laat goed los, juli/augustus
– Reine Claude d’Althan, tamelijk groot, rond, rood-paars, pit laat makkelijk los, eind augustus
– Reine Claude d’Oulins, tamelijk groot, geel, pit laat minder goed los, tweede helf augustus
– Reine Claude Verte, klein, groen, aromatisch, zeer oud ras van voor de 16e eeuw, vanaf half augustus
– Reine Victoria, groot ovaal, paarsachtig rood, tweede helft augustus

Pruimen verwerken

– Je kunt ze steriliseren op water of lichte siroop.
– De meeste pruimen hebben een goed pectinegehalte en zijn daarom prima geschikt om jam of gelei van te maken.
– Ook heel lekker is om er limonadesiroop van te maken, mijn ervaring met Reine Victoria pruimen is – vanwege de kleur van de schillen – dat die een prachtige, sprookjesachtige roze kleur aan de limonade geven.
– Maar wil je pruimen nou eens op een heel andere manier inmaken dan zou je er ook een zoet-zuur van kunnen maken, dit “pruimen zoet-en-zuur” is een recept voor een niet alledaags bijgerecht wat erg lekker smaakt bij een stukje koud vlees.
– Als je over een voedseldroogapparaat beschikt kan je de pruimen, in het bijzonder kwetsen, ook drogen.
– En diepvriezen is ook een optie om de pruimen langer te bewaren.

Recepten met pruimen op Eetweetjes: Pruimenjam, Kwetsenjam, Pruimen met port, Pruimen zoet-en-zuur, Pruimensaus.

Voedingswaarde

Een portie van 100 gram verse pruimen bevat:
Eiwit 0,6 gram, vet 0,2 gram, koolhydraten 12 gram (waarvan suikers 7,6 gram), vezels 1,7 gram, water 84,5 gram
Vitamine C 5,5 mg
Kalium 220 mg, Calcium 15 mg, Fosfor 20 mg, IJzer 0,5 mg, Magnesium 10 mg, Koper 0,06 mg, Zink 0,08 mg

Extra pruimenweetjes

♣ Industrieel worden pruimen verwerkt tot jam, gelei, compote en sap. Ook worden ze gedroogd, en in gedestilleerde dranken gebruikt, denk maar aan de pruimenbrandewijn uit de Midden-Europese- en Balkanlanden die daar al ’s morgens vroeg wordt gedronken.

♥ Je doet er goed aan om niet te veel (verse of gedroogde) pruimen achter elkaar te eten; ik hoorde oudere mensen  wel zeggen dat zij extra pruimen aten als zij last hadden van obstipatie, het is een van oudsher probaat huismiddel bij dit soort problemen.

Bronnen

Fruit uit alle windstreken
Noordelijke Pomologische Vereniging
Bongerd Grooteveen – historische fruitrassen
Fruitbomennet
Voedingswaardetabel