Suiker

Als we het over suiker hebben denken we meestal aan tafelsuiker: witte of lichtbruine zoetsmakende kristallen. Deze tafelsuiker, of ook wel kristalsuiker bestaat uit sacharose, een zgn. dubbele suikermolecule (disacharide) die is samengesteld uit 2 verschillende enkelvoudige suikers (monosachariden), nl. glucose en fructose.
Voorbeelden van monosachariden zijn: Fructose (vruchtensuiker) en glucose of dextrose (druivensuiker).
Onder de disachariden vinden we: Lactose (melksuiker), maltose (moutsuiker of graansuiker) en sucrose (komt voor in vruchten en (wortel)groente).
Het is ingewikkelde chemie, die we maar even laten voor wat het is. Wat voor de keuken telt is de smaak: Zoet!

Op het Indiase subcontinent is suiker al sinds oude tijden op zeer beperkte schaal geproduceerd, en op bescheiden schaal verhandeld. Tot in de 5e eeuw bleef het een onbelangrijk product totdat in India werd ontdekt hoe je het zoete suikersap kon laten kristalliseren. Deze kristallen werden in de oude Indiase taal khanda genoemd, waarvan ons woord kandij weer afstamt. Ook het woord suiker heeft zijn wortels in deze taal.

Plinius, de bekende Romein uit de oudheid, schreef over suiker: “Suiker wordt ook gemaakt in Arabië, maar Indiase suiker is beter. Het is een soort honing uit riet, wit als gom, en het knerst tussen de tanden. Het zijn klonten zo groot als een hazelnoot. Suiker wordt uitsluitend voor medicinale doeleinden gebruikt.

In de eerste eeuw na Christus kwam suiker inderdaad voor medicinale doeleinden via de Grieken naar Europa. Door de Middeleeuwse kruisvaarders kwam suiker op grotere schaal naar het westen, nu ook in de rol van zoetmiddel als aanvulling op de tot dan gebruikte honing. Aan het eind van de 15e eeuw werden door Columbus de eerste stekken van suikerriet naar het Caribisch gebied gebracht, niet lang daarna ontstond hier een groot suikerproductiegebied. In Europa bleef het tot in de 18e eeuw een luxeproduct, na die tijd kreeg het echter ook hier meer bekendheid, en in de 19e eeuw was het al zodanig ingeburgerd dat het als een noodzakelijkheid werd beschouwd.

De ontwikkeling van een veranderende smaak en een toename in de vraag als essentieel voedingsmiddel hebben een ware ommekeer veroorzaakt in economische en sociale omstandigheden.
In Europa hebben de Napoleontische oorlogen met hun handelsblokkades, en de afschaffing van de slavernij er mede voor gezorgd dat in de suikerindustrie aldaar werd overgegaan op suikerbieten als grondstof. Het riet wint het echter grandioos van de biet, voor ongeveer 80% van de wereldwijde suikerproductie wordt suikerriet gebruikt.
In 2016 bedroeg de totale suikerproductie 175 miljoen ton. Omgerekend met de nullen erachter: 175.000.000.000 kilopakken suiker… Als je nagaat dat het in eerste instantie een luxeproduct was, dan vind ik dat nogal wat.

Er zijn veel verschillende suikersoorten op de markt, ik zet ze even op een rijtje:
Kristal- of tafelsuiker: bestaat uit de aan elkaar gebonden enkelvoudige suikers glucose en fructose.
Basterdsuiker: fijngemalen tafelsuiker met een toevoeging van (zoetere) invertsuiker.
Geleisuiker: kristalsuiker met toegevoegde pectine en droog citroenzuur, gebruikt bij bereiding van jam en gelei.
Kandij: Heldere klonten van gekristalliseerde suiker.
Oerzoet: Ongeraffineerd gedroogd suikerrietsap.
Palmsuiker: Blokken licht- tot donkerbruine suiker die gewonnen wordt uit bepaalde palmbomen.
Poedersuiker: Tot bloem of poeder gemalen kristalsuiker.
Vanillesuiker: Met vanille gearomatiseerde suiker. De in de handel verkrijgbare vanillesuiker is meestal met kunstmatige vanille (uit houtstof gehaalde vanilline) gemaakt.

Suiker is de laatste jaren in een slecht daglicht  komen te staan, het zou de gezondheid niet ten goede komen. Volgens het Kenniscentrum Suiker en Voeding (KSV) past een verantwoorde consumptie van suiker in een gevarieerd voedingspatroon. Hou wel in je achterhoofd dat het KSV gefinancierd wordt door de Suikerunie, die een economisch belang heeft bij suikerconsumptie.
Aan meer dan 80% van de voedingsmiddelen die je in de supermarkt aantreft wordt suiker toegevoegd: Aan zoete waren als koek en snoep (logisch, maar wel heel veel), toetjes als vla en vruchtenyoghurt, muesli en cruesli; maar ook aan hartige producten als soepen, sauzen,  worst en vleeswaren, kant & klaar maaltijden, groenteconserven, salades, vleesgerechten, enz.
Op etiketten valt het niet meteen op dat er suiker in het product zit verwerkt, er wordt nl. veelvuldig van suikersynoniemen gebruik gemaakt, bv. maltose, of glucosestroop. Er zijn tientallen verschillende benamingen, en om te weten waar je mee te maken hebt is dit een handige vuistregel: Alle woorden die eindigen op “ose” zijn suikers. Ook woorden waarin “stroop” of “siroop” voorkomt zijn suikers. En natuurlijk ook de woorden met “suiker”

De hoeveelheid die we in Nederland in werkelijkheid consumeren is niet goed te achterhalen, verschillende bronnen geven verschillende cijfers. Zo zegt het KSV dat er per hoofd van de bevolking 24 kilo per jaar wordt gebruikt (= 66 gram per dag); Wij Worden Wakker, en Voeding en Mondgezondheid spreken echter over ca. 40 kilo per hoofd per jaar (= 110 gram per dag).
Wat zou een verantwoorde consumptiehoeveelheid zijn? Het advies van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is om maximaal 25 gram suiker per dag te gebruiken (= 5% van de ingenomen calorieën). In Nederland wordt dit niet overgenomen, de Gezondheidsraad schrijft in de Richtlijnen Goede Voeding van 2006 dat er voor mensen met een gezond gewicht geen maximum hoeveelheid suikers geldt. Deze richtlijn wordt in 2017 nog steeds aangehouden. De Nederlandse suikerconsumptie ligt dan ook flink hoger dan wat de WHO adviseert.

Gerelateerde artikelen: Bietencampagne, Zoet – zoeter – zoetst,

Bronnen:
Wikipedia: Suiker (nl), Sugar (eng)
Kenniscentrum Suiker en Voeding:  Kenniscentrum, Suikerinfo en Suikerhistorie,
Info.nu – Mens en Gezondheid
Voeding en Mondgezondheid, Wij Worden Wakker

 

Dit weetje zit in:

Soort: plantaardig