Zoet, zoeter, zoetst
Over suiker en zoetstoffen is al heel wat geschreven. *) In onze industrieel bewerkte voeding neemt het immers een heel belangrijke plaats in. Het lijkt wel of we tegenwoordig niet meer zonder kunnen. En naast nicotineverslaving, drugsverslaving en gokverslaving duikt ook het woord “suikerverslaving” regelmatig op. Dat woord deed onlangs bij mij de vraag rijzen of ik ook suikerverslaafd kon zijn. Ik weet dat ik een zoetekauw ben, toetjes hebben mij altijd al meer aangesproken dan voorgerechten en een bonbonschaaltje in mijn buurt oefent een bijna onweerstaanbare aantrekkingskracht op me uit.
Tijd dus om eens eens kritisch te kijken naar mijn suikergebruik. ’s Morgens een half theelepeltje suiker in mijn mok met thee. In de vla of pudding die ik een paar keer per week maak gaan 2 eetlepels suiker per halve liter melk. In de zeldzame gevallen dat ik koffie drink een volle koffielepel suiker in de mok. Soms jam op een boterham of in een toetje. En mijn zonde: chocola. Iedere week toch wel een reep. Ook maak ik in de winter regelmatig zelf chocolademelk, met suiker. En dan neem ik af en toe nog een knabbeltje van geconfijte gember of gedroogde vruchten (die vaak voor het drogen in een suikeroplossing blijken te zijn gelegd).
Frisdrank en sapjes waren een paar jaar geleden al vervangen door water. Koekjes en cake met verborgen suikers en (trans)vetten kocht ik niet meer, en dat scheelt me een hoop brandend maagzuur. Ik bak wel zelf af en toe iets waar dan volgens recept suiker ingaat. (Het is me trouwens opgevallen dat de huidige receptuur veel kwistiger met suiker omgaat dan in de recepten die in de kook- en bakboekjes van mijn oma stonden, het gebak uit zeg maar de jaren dertig van de 20e eeuw was stukken minder zoet dan wat we tegenwoordig normaal vinden).
De conclusie is dat er geen dag voorbij gaat zonder dat ik suiker gebruik, en ook dat ik er toch aardig wat van naar binnenwerk.
De chemische zoetstoffen zijn een categorie apart. Ik mijd alles wat “light” of “dieet” wordt genoemd. Ik heb het wel eens geprobeerd, maar ondanks dat het een zoete smaak heeft proef ik daarnaast “leegte”. Dat merkte ik twintig jaar geleden al met de light frisdrank (toen ik nog niet wist dat aspartaam een killer is) en onlangs proefde ik gebak waarin met sukrin (merknaam voor erythritol) was gewerkt. De light-frisdrank heeft zijn weg naar onze huishouding nooit gevonden. Het gekregen gebak met erythritol is geproefd, zoet en leeg bevonden en afgedaan als “geen goed voedsel”.
Zoetjesaan zijn we met zijn allen veel en veel meer suiker gaan gebruiken. Niet alleen in zoete dingen als koek, snoep, nagerechten en gebak zitten suikers, maar ook in voeding waarin je het helemaal niet zou verwachten, zoals soep of vleeswaren. In de supermarkt vind je casselerrib waaraan glucosestroop is toegevoegd, of cervelaatworst waar dextrose in zit. En denk je thee zonder suiker te drinken? Inmiddels is aan het licht gekomen dat er naast thee ook sucrose in theezakjes wordt gestopt. Al deze suikers zijn zover geraffineerd dat ze geen spoortje mineralen meer bevatten, en daarom de voor het stofwisselingsproces (om voeding om te zetten in energie) benodigde mineralen aan je lichaam onttrekken. En wanneer er geen suikers in een bewerkt product zitten, let dan goed op want hoogstwaarschijnlijk bevat het juist de gevaarlijkere zoetstoffen.
Het was voor mij verhelderend om de suikerconsumptie eens in kaart te brengen, want na de aanvankelijke schrik over mijn toch wel suikerverslaafde leventje ben ik drastisch mijn suikerinname gaan beperken, en helemaal de geraffineerde witte kristalsuiker, in plaats daarvan kies ik zoveel mogelijk voor ongeraffineerde suikers en zoetmiddelen. Waarin de mineralen en vitaminen zich nog wel bevinden.
Ik ben meteen gestopt met suiker in mijn thee. Alle kleine beetjes helpen, nietwaar? Ik ben nog minder koffie gaan drinken dan ik al deed, hooguit één kop in de maand. Vla maak ik nu niet vaker dan één keer per week en we eten wat vaker fruit als toetje. In de zelfbak-weekendcake of -koek gaat beduidend minder suiker (of een ander zoetmiddel) dan in meeste recepten wordt opgegeven. Bij gedroogd fruit let ik er als het even kan op of het niet van te voren in een siroopje heeft gelegen.
En het werkt! Ik mis mijn suiker in de thee niet meer. De cake of koek smaakt ondanks dat er minder suiker in gaat toch heerlijk zoet. Mijn smaak is veranderd en de behoefte verminderd.
Welke suikers en zoetmiddelen gebruik ik nu voornamelijk?
- Ruwe rietsuiker, is het ingekookte sap van suikerriet, waarin zich nog mineralen bevinden. Ik koop deze suiker bij voorkeur in de Chinese toko, waar het in staven wordt verkocht. De in Nederland verkrijgbare rietsuiker die via de suikercombinaties op de markt wordt gebracht is vaak geraffineerd en later, om het “echter” eruit te laten zien, weer bijgekleurd met melasse .
- Honing. Een zuiver natuurproduct, met een twee keer zo grote zoetkracht als suiker. In honing heb je enorm veel variatie, afhankelijk van de bloemsoort waarvan de honing is gemaakt, het zou goed zijn om te bekijken welke eigenschappen de afzonderlijke bloemen hebben als je naar een speciale honing op zoek bent.
Een goede imker zorgt voor zijn bijenvolken en laat de bijen een deel van hun eigen honing. Wanneer ik honing gebruik bedenk ik altijd hoe klein een bij is en hoeveel vlieguren zij heeft moeten afleggen voor een lepeltje honing. Dat zorgt er voor dat ik me nietig voel en niet kwistig met honing omspring.
- Dadels. Deze vruchten van de dadelpalm smaken in verse toestand niet zo heel zoet en de velletjes vind ik dan vreselijk hard, maar wanneer ze gedroogd zijn is het suikergehalte van 60-70% duidelijk te proeven en zijn de velletjes veel beter te verteren. In fijngesneden of gehakte vorm zijn dadels, mede omdat het een puur product is waarbij vitaminen en mineralen nog aanwezig zijn, een uitstekend zoetmiddel.
- Ahornsiroop. Het ingekookte sap van de suikeresdoorn. Groeit in Canada en het Noord-Oosten van de Verenigde Staten. Tot aan het eind van de 19e eeuw was ahornsiroop en -suiker de basissuiker voor veel Canadezen en Amerikanen.
Ahornsiroop heeft een fijne smaak die enigzins aan caramel doet denken. Het is dat het boven mijn budget uitgaat anders zou ik dit vaker gebruiken. Gelukkig heb ik familie in Canada en mijn neef die afgelopen herfst op bezoek was bracht een klein kruikje mee. Heerlijk!
*) Een aantal links: Goed gezoet – de diverse soorten zoetmiddelen