Zuid-holland

Thema 2014 – Zuid-holland – thema 2014

Na Noord-holland besteden we deze maand aandacht aan Zuid-holland.  De indeling in een noordelijk en zuidelijk deel van Holland is pas in 1840 tot stand gekomen.
Zuid-holland grenst in het westen aan de Noordzee, in het noorden aan Noord-holland, het oosten aan Utrecht en Gelderland, in het zuid-oosten aan Noord-brabant en in het zuiden aan Zeeland.
De vorming van het landschap van Zuid-holland loopt parallel met dat van Noord-Holland, zij het dat er iets minder overstromingen plaatsvonden. Maar net zoals het geval is met Noord- bestaat ook Zuid-holland grotendeels uit polders. Slechts de duinenrij ligt boven zeeniveau.

Grofweg kan je deze provincie in drie delen splitsen: het westen en midden is sterk verstedelijkt met tussen Den Haag, Delft en Rotterdam het om zijn glastuinbouw bekende Westland; het oosten heeft een open landschap en maakt deel uit van het Groene Hart waar landbouw – met name veeteelt – een grote rol speelt; en het zuidelijk deel wordt gevormd door de eilanden in de delta van de grote rivieren, dit heeft een open, landelijk karakter waar veel akkerbouw plaatsvindt. Economisch-agrarisch worden deze gebieden respectievelijk “Westelijk Holland”, “Hollands Weidebied” en “Zuid-Hollandse eilanden” genoemd.

Het beneden zeeniveau liggende Groene Hart (dat doorloopt tot in de provincie Utrecht) is ontstaan door wat bekend staat als “de grote ontginning”. In de vroege middeleeuwen ontstond een toenemende behoefte aan landbouwgrond, het duinlandschap bood onvoldoende ruimte aan de groeiende bevolking. Het achter de duinen liggende gebied werd vanaf de 10e eeuw omgevormd tot akkerland door het dikke veenpakket te onwateren, zodat minder graan van buiten het gebied ingevoerd hoefde te worden ingevoerd.
Het veen klonk echter meer in dan gewenst en dat leidde ertoe dat de grond te nat werd voor akkerbouw. Als weide en hooiland bleef het wel geschikt. Ook zijn door de winning van turf grote – visrijke – plassen ontstaan.
Van de eilanden ten zuiden van Rotterdam, met hun vruchtbare kleigrond komen veel uien, aardappelen en suikerbieten. Ook de teelt van witlof, wortelen, kool en spruiten speelt daar een belangrijke rol.

Percentages van agrarische producten uit Zuid-holland t.o.v. het Nederlandse totaal *)

Akkerbouwgewassen 6% van het Nederlandse totaal
Tuinbouw open grond 11%  **)
Tuinbouw onder glas 53% **)

Rundvee 5%
Schapen  11%
Geiten 4%
Varkens 1%
Kippen 1%

Hieruit kunnen we concluderen Zuid-holland koploper is als het gaat om voedsel uit de kas.
Het Westland stond in de vorige eeuw bekend om zijn druivencultuur, deze is echter verdwenen en heeft plaatsgemaakt voor o.a. groenten. Vele inwoners van de streek halen hun groente rechtstreeks bij de kwekerijen onder glas in plaats van in de detailhandel.

*) Cijfers 2007
**) Hieronder vallen ook de bloembollen en boomkwekerijgewassen.

Bronnen:
Wikipedia:  Zuid-hollandGrote ontginning
Actueel Hoogtebestand Nederland
Regionale landbouwcijfers in beeld – West Nederland
http://www.rumptstad.nl/geschiedenis

De andere provincies: GroningenFrieslandDrenteFlevolandNoord-hollandOverijsselGelderlandUtrechtZeelandNoord-brabantLimburg

 

 

Dit bericht zit in:

Tag: herkomst, thema-provincie

Categorie: Keukentafel